DONEER
Menu Close

Chronische nierinsufficiëntie

Chronische nierinsufficiëntie

Chronische nierinsufficiëntie betekent dat de nierfunctie langdurig sterk is afgenomen en dat de nieren dus niet goed werken. Normaal gesproken voeren de nieren afvalstoffen uit het bloed af. Bij slecht werkende nieren kan het bloed niet goed worden gezuiverd van afvalstoffen. De afvalstoffen hopen zich op in het bloed. Dat gebeurt pas als de nierfunctie met meer dan 50% is afgenomen.

Bij chronische nierinsufficiëntie is er een verstoring van de zuurgraad van het lichaam, van de mineralenbalans en van de hoeveelheid vitamine D. De botten gaan slechter groeien omdat er minder calcium wordt afgezet. Er circuleren verhoogde concentraties eiwitten in het bloed die de groeifactoren remmen. Groeifactoren spelen een belangrijke rol bij stimulatie van de groei. Al deze factoren kunnen leiden tot een achterblijvende groei.

Daarnaast kunnen bepaalde geneesmiddelen bij de behandeling van nierziekten de groei van een kind ook remmen. Ook de geneesmiddelen die na een niertransplantatie worden gebruikt om afstoten van de donornier tegen te gaan (corticosteroïden, bijvoorbeeld prednison) hebben een sterke groeiremmende werking.

Alles over groeien

Heeft u vragen over groei, neem contact met ons op via info@kindengroei.nl of via telefoon 010-2251533. Indien mogelijk zullen wij altijd proberen uw vraag te beantwoorden.

Waardoor wordt het veroorzaakt?

Chronische nierinsufficiëntie is een teken dat de nieren zijn beschadigd. Dit kan veel oorzaken hebben. Bij kinderen kan de oorzaak een erfelijke aandoening van de nieren zijn. Maar ook door afsluiting van de urinewegen, in combinatie met een infectie, kan er voor zorgen dat de nierfuncties verstoord raken. Bij volwassenen is hoge bloeddruk soms een oorzaak van nierbeschadiging.

Wat zijn de kenmerken van chronische nierinsufficiëntie?

De meeste kenmerken van chronische nierinsufficiëntie hebben te maken met de achteruitgang van de belangrijkste functies van de nier: de verwijdering van afvalstoffen, het handhaven van de vochtbalans en de productie van hormonen. Symptomen die hierdoor kunnen optreden zijn: vermoeidheidsklachten, misselijkheid, verhoogde vatbaarheid voor infecties, vergeetachtigheid, jeuk, verminderde eetlust, vochtophopingen, uitdroging, verhoogde bloeddruk en/of bloedarmoede.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De werking van de nieren wordt beoordeeld aan de hand van bloedonderzoek en urineonderzoek. De hoeveelheid creatinine in het bloed is een maat voor de nierfunctie. Creatinine is een van de afvalstoffen die door de nieren uit het bloed worden gefilterd. Bij onvoldoende nierfunctie hoopt creatinine zich op in het bloed.

Wat is eraan te doen?

De verslechtering van de nierfunctie kan soms met medicijnen worden vertraagd of gestopt, maar dit is lang niet altijd mogelijk. Wanneer nierweefsel eenmaal beschadigd is, kan zich dat niet meer herstellen. De ziekteverschijnselen kunnen bestreden worden met medicijnen. Soms werkt dat niet, of niet meer, en is de nierfunctie zodanig afgenomen dat nierdialyse noodzakelijk is om de afvalstoffen uit het bloed te verwijderen.

Bij een groeiachterstand ten gevolge van chronische nierinsufficiëntie kan geprobeerd worden om maatregelen te treffen die de groeiremming tegengaan. Soms kan een ander geneesmiddel worden geprobeerd of kan de dosis (bij gebruik van corticosteroïden) worden verlaagd. Behandeling met groeihormoon verbetert de lengtegroei en is veilig bij kinderen met chronische nierinsufficiëntie.

Streeflengte berekenen?

Wanneer ouders klein of groot zijn, wordt het kind vaak ook klein of groot, doordat de lengtegroei voor een deel genetisch is bepaald. De invloed van de genetische factoren wordt gezien als ‘streeflengte’. Wil je ook weten wat jouw streeflengte is? Vul onze tool in en ontdek!

De hypofyse
De hypofyse is een orgaan dat aan de basis van de hersenen ligt. Deze produceert allerlei hormonen die andere hormoonproducerende klieren, zoals de schildklier en de bijnier, aanzetten tot het afgeven van verschillende hormonen. Zo geeft de hypofyse vanaf de puberteit specifieke hormonen af naar de geslachtsklieren (eierstokken bij meisjes en testikels bij jongens) die op hun beurt geslachtshormonen afgeven. Zie puberteit.

Storing
Allerlei invloeden kunnen het groeiproces verstoren, zoals bijvoorbeeld problemen in de hormoonhuishouding, ongezonde voeding of bepaalde ziekten. Lees meer over oorzaken afwijkende groei.

De puberteit
Vanaf het tweede levensjaar groeien gezonde kinderen met een regelmatige groeisnelheid. Deze constante groei duurt tot aan het begin van de puberteit. De puberteit begint normaal gesproken tussen het 8e en 13e jaar bij meisjes en tussen het 9e en 14e jaar bij jongens.

De puberteit wordt gezien als een rijpingsproces, waarbij het lichaam volwassen wordt; het gaat sneller groeien en er anders uitzien. Tijdens de puberteit zorgt de aanmaak van geslachtshormonen (o.a. testosteron en oestrogeen) voor de ontwikkeling van de geslachtsorganen, groeiversnelling (de groeispurt) en een toename van de botrijping.
Door een vroeger of later startende puberteit kan de groei van een kind verschillen van leeftijdgenoten. Deze variatie in groei valt in de meeste gevallen binnen een normaal groeipatroon. Aan het einde van de puberteit raken de botten en groeischijven met elkaar vergroeid en is een kind uitgegroeid. Lees meer over variaties in het normale groeipatroon.

Groeit mijn kind normaal?
In Nederland wordt de groei van kinderen vanaf de geboorte tot de leeftijd van 18 jaar gevolgd: eerst bij het consultatiebureau en daarna bij de schoolarts. De groei van kinderen wordt weergegeven in een groeicurve. Hierop kan worden afgelezen hoe snel of hoe langzaam een kind groeit in vergelijking met leeftijdsgenoten. Dit gebeurt aan de hand van standaarddeviatie: een maat voor de normale spreiding van meetwaarden rondom het gemiddelde van een populatie. De standaarddeviatiescore (SDS) geeft de afwijking van een meting ten opzichte van het gemiddelde aan. De middellijn op een groeidiagram geeft de gemiddelde lengte en groei van de Nederlandse bevolking aan (0 SDS). Een normale lengte is een lengte die tussen de buitenste lijnen ligt (+2 en -2 SDS)*. Wanneer is groei afwijkend?

Streeflengte
De uiteindelijke lengte van een kind is niet precies te voorspellen, maar kan worden geschat met behulp van de zogenoemde streeflengte*. Deze streeflengte wordt berekend op basis van de lengte van beide ouders. De streeflengte zegt iets over de erfelijke verwachting voor de lengte.